Gedeputeerde Bert Boerman, burgemeester Bort Koelewijn en wethouder Gerrit-Jan Veldhoen hebben maandagmorgen 27 juni het startsein gegeven voor de grote archeologische opgraving in het projectgebied Reevediep. Tot eind augustus zijn zo’n 25 archeologen bezig om een gebied van 1 hectare af te graven en de grond te zeven. De verwachting is dat hier vondsten worden gedaan uit de periode 7000-5000 jaar voor Christus, de Midden-Steentijd. “Terwijl we bezig zijn een nieuwe bladzijde toe te voegen aan de geschiedenis van Kampen en het water, komen we ook steeds meer te weten over hoe bewoners van toen leefden met water als vriend en vijand”, aldus gedeputeerde Bert Boerman.
Even ten oosten van de viaducten van de Hanzelijn en de N50, in het projectgebied Reevediep, wordt de komende maanden door zo’n 25 archeologen gewerkt aan de opgraving van wat “Vindplaats 9” is gaan heten. Uit vooronderzoek bestaat de verwachting dat hier, in het tracé van de toekomstige vaargeul van het Reevediep, materiaal uit de Midden Steentijd (Mesolitische periode) aanwezig is. Rijkswaterstaat en provincie Overijssel willen zorgvuldig omgaan met het historisch erfgoed, dat hier mogelijk gevonden gaat worden.
Proefsleuven
De afgelopen periode zijn in het projectgebied Reevediep, in de tracees van de toekomstige dijken en vaargeul, ruim 300 archeologische proefsleuven gegraven. Aan de hand daarvan is in kaart gebracht welke archeologische waarde deze plekken hebben. Er is een groot complex aan Mesolitische vindplaatsen aangetroffen, direct ten oosten van de viaducten van de N50 en de Hanzelijn. Een gedeelte hiervan kan worden behouden onder de nieuw aan te leggen dijken. Daarvoor zijn laboratoriumtesten uitgevoerd. Ter plaatse van de vaargeul wordt echter gegraven en is een archeologische opgraving noodzakelijk.
Bouwkuip
De archeologische vindplaats, ten oosten van de N50 is ongeveer 1 hectare groot. De plek is in de afgelopen weken “afgezet” met speciale damwanden. Zo is een soort van bouwkuip ontstaan. In de komende maanden wordt de bodem van dit gebied intensief onderzocht. Archeologen graven vakken af van 50 bij 50 centimeter, van 5 centimeter diep. Het is een relatief grote vindplaats en dat maakt de vondst extra bijzonder. Tijdens het vooronderzoek werden al haardkuilen en vuurstenen aangetroffen.
7000 jaar voor Christus
De vindplaats lijkt een restant te zijn van meerdere jachtkampen uit de Midden-Steentijd. Dat is tussen de 7000 en 5000 jaar voor Christus. In die periode leefde men van jacht en visvangst. En men verzamelde zaden en vruchten, die in de omgeving voorhanden waren. Gezien de plek moet het kamp gelegen hebben in het oerstroomdal van de IJssel. Ook toen al leefden de mensen op hogere delen, op de grens van land en water.
Omdat de meeste vindplaatsen in het Reevediep in de grond bewaard kunnen blijven kan de omvang van de archeologische opgraving beperkt blijven. In het budget van Ruimte voor de Rivier is op voorhand rekening gehouden met archeologische vondsten.