Op maandag 27 juni gaat de opgraving van een archeologische vindplaats van start. Archeologen gaan een gebied van ongeveer 1 hectare centimeter voor centimeter afgraven en onderzoeken. Opdrachtgevers Rijkswaterstaat/provincie Overijssel en bevoegd gezag gemeente Kampen vinden het belangrijk dat zorgvuldig wordt omgegaan met archeologische vondsten. Dat is al gebleken bij de berging van de IJsselkogge. En ook nu staat zorgvuldigheid voorop.
Uit vooronderzoek is gebleken dat hier, in het tracé van het toekomstige Reevediep, materiaal uit de Midden-Steentijd (Mesolitische periode) aanwezig is. De afgelopen periode zijn in het projectgebied IJsseldelta-Zuid, in de tracés van de toekomstige dijken en Reevediep, ruim 300 archeologische proefsleuven gegraven. Aan de hand daarvan is in kaart gebracht welke archeologische waarde deze plekken hebben. Er is een groot complex aan Mesolitische vindplaatsen aangetroffen, direct ten oosten van de viaducten van de N50 en de Hanzelijn. Een gedeelte hiervan kan worden behouden onder de nieuw aan te leggen dijken. Uit laboratoriumtesten is gebleken dat de druk van de dijken de vindplaatsen niet zal beschadigen. Ter plaatse van het Reevediep wordt echter gegraven. Reden waarom daar een archeologische opgraving noodzakelijk is.
Bouwkuip
De archeologische vindplaats, ten oosten van de N50 is ongeveer 1 hectare groot. De plek wordt in de komende periode “afgezet” met damwanden. Zo ontstaat een soort bouwkuip. Vervolgens wordt de bodem van dit gebied intensief onderzocht door het laagje voor laagje, centimeter voor centimeter, af te graven.. In totaal gaat het werk drie maanden duren. Het is een relatief grote vindplaats en dat maakt de vondst extra bijzonder. Tijdens het vooronderzoek werden al haardkuilen en vuurstenen aangetroffen.
7000 jaar voor Christus
De vindplaats lijkt een restant te zijn van meerdere jachtkampen uit de Midden-Steentijd. Dat is tussen de 7000 en 5000 jaar voor Christus. In die periode leefde men van jacht en visvangst. En men verzamelde zaden en vruchten, die in de omgeving voorhanden waren. Gezien de plek moet het kamp gelegen hebben in het oerstroomdal van de IJssel. Ook toen al leefden de mensen op hogere delen, op de grens van land en water.
Omdat de meeste vindplaatsen in het projectgebied in de grond bewaard kunnen blijven kan de omvang van de archeologische opgraving beperkt blijven. In het budget van Ruimte voor de Rivier is op voorhand rekening gehouden met archeologische vondsten.