Alle werkzaamheden aan de Drontermeerdijk worden uitgevoerd onder begeleiding van een ecoloog. Voor de kap van bomen en voordat de eerste bak in de grond is gezet. Dit betekent dat de ecoloog heeft gecontroleerd of er nog bijzonderheden aanwezig zijn op het gebied van flora en fauna. Daarna beginnen pas de werkzaamheden.
Bomen
De te kappen bomen en struiken zijn gecontroleerd op de aanwezigheid van broedende vogels, vleermuizen en sleedoornpage. Uit deze controle is gebleken dat in twee bomen mogelijk vleermuizen aanwezig waren, deze bomen zijn gemarkeerd en gehandhaafd.
Aanrijdingen met dieren voorkomen
In de bosrand is een takkenril aangelegd van de gekapte bomen. Dit maakt het voor kleine zoogdieren moeilijker om vanuit het bos de toekomstige N306 op te lopen. Zodat aanrijdingen met de zoogdieren hopelijk beperkt zijn.
Ook met de grotere zoogdieren, zoals reeën is rekening gehouden. De tijdelijke N306 ligt naast de bosrand en de faunapassage die achter het bedieningsgebouw van de Drontermeertunnel ligt.
Om aanrijdingen met wild te voorkomen zijn er wildspiegels en borden ‘Pas Op Oversteken Wild’ geplaatst langs de tijdelijke weg. Daarnaast is het deel langs de faunapassage afgezet met een hekwerk en een paddenscherm. Deze maatregel weert dieren om de tijdelijke weg op te lopen.
Broedseizoen
Een belangrijke ecologisch randvoorwaarde bij het werk is het voorkomen van verstoring van het leefgebied van de Grote karekiet. De Grote karekiet leeft in de rietoevers langs het Drontermeer. Om die reden wordt deze winterperiode bijna al het zand en klei aangevoerd. De aannemers beperkt de werkzaamheden gedurende het kwetsbare seizoen zoveel als mogelijk en monitort de aanwezigheid van de Grote karekiet.