
Natuur
In het project Ruimt voor de Rivier IJsseldelta is 350 hectare nieuwe natuur ontwikkeld. Een deel hiervan bestaat uit een nieuw rietmoeras bij het Drontermeer. Dit is aangelegd met behulp van de Europese Life subsidie.
Een belangrijk deel van het project stond uit de ontwikkeling van meer dan 350 hectare nieuwe natuur. Tegelijkertijd is de kwaliteit van bestaande natuur in vijf uiterwaarden langs de IJssel verbeterd. Ten noorden van de tunnel van de Hanzespoorlijn is een groot rietmoeras van 42,7 hectare ontwikkeld.
Rietmoeras
Het nieuwe rietmoeras is een habitat voor beschermde vogels zoals de roerdomp en de grote
karekiet. Het is opgenomen in het Natura 2000 gebied Veluwerandmeren.
In 2014 is het eerste deel van het rietmoeras aangelegd. Deze 8 hectare werd aangelegd als compensatie voor de afname van rietoevers door de realisatie van het Reevediep. Twee jaar later is er 34,7 hectare aan het rietmoeras toegevoegd, vanuit het Europese Life subsidie project ‘a better life for bittern’, waardoor het rietmoeras nu een oppervlakte heeft van 42,7 hectare.
De bodem van het rietmoeras bestaat uit een wisselend patroon van ribben en geulen. Op de ribben zijn rietstekjes geplant, deze kunnen zich in de geulen ontwikkelen. De rietstekjes zijn uitgerasterd en er zijn palen en linten aangebracht om begrazing door ganzen en zwanen te voorkomen. Voor een optimale ontwikkeling van het riet zijn pompen geplaatst. Met behulp van de pompen kan een afwijkend peilbeheer ten opzichte van het Drontermeer worden gehanteerd.
Het rietmoeras is nu al een groot succes! In 2017, 2018 en 2019 broedde de roerdomp er al en in 2019 is ook de grote karekiet gesignaleerd!
Natuur in het Reevediep
In de meer geïsoleerde delen van het Reevediep is nieuw habitat gerealiseerd voor de grote modderkruiper, kleine modderkruiper, bittervoorn en de bedreigde waterspitsmuis (de grootste soort van de spitsmuizen). Daarnaast biedt het extra wateroppervlak, samen met de begroeide oevers van het Reevediep extra foerageergebied voor de meervleermuis.
Ook de uiterwaard van de Onderdijkse Waard is opnieuw ingericht. De bever en de otter zijn al gesignaleerd. Er is een nevengeul gerealiseerd, parallel langs de IJssel. De zandige oevers langs de nevengeul vormen mogelijk habitat voor de rivierrombout, een zeldzame libellesoort.
Op de oostelijke oever van de nevengeul is ruimte voor de ontwikkeling van zachthoutooibos. Op de hoger gelegen gebieden kan stroomdalgrasland tot ontwikkeling komen. En in de meest laaggelegen delen zullen vochtige hooilanden en moerasland ontstaan. Een fijne plek voor de kwartelkoning en porseleinhoen. Ook de ijsvogel zal zich thuis voelen in deze uiterwaarden.