Natuurmonumenten en de provincie Overijssel ontvangen van de Europese Unie subsidie uit de regeling ‘Life +’ om samen te werken aan verbetering en vergroting van het leefgebied van moerasvogels als roerdomp en grote karekiet in de IJsseldelta. Het gaat om de Natura 2000-gebieden Zwarte Meer (onderdeel van het Nationaal Landschap IJsseldelta) en het onderdeel Drontermeer van de Veluwerandmeren. Samen vormen die één van de belangrijkste broedgebieden in ons land voor moerasvogels. De aantallen broedparen gaan de laatste jaren sterk achteruit doordat de oppervlakte geschikt rietland is afgenomen.
Zwarte Meer
Op de zuidoevers van het Zwarte Meer in het Nationaal Landschap IJsseldelta, richt Natuurmonumenten zich op herstel van het rietmoeras, waardoor ongeveer 300 hectare oppervlakte aan natuurkwaliteit wint. Het gaat dan met name om het zogenaamde overjarige rietland (riet dat niet jaarlijks wordt gemaaid) en om waterriet, dat ‘met de voeten in het water’ staat. Grote karekieten hebben gemiddeld 250 tot 500 meter lange oeverstroken met waterriet nodig voor één broedterritorium. De gewenste vergroting en verbetering kan worden gerealiseerd door meer afwisselend maaibeheer en door afplaggen van de vervilte bovenlaag. Daardoor komt het verdroogde riet weer in het water te staan en er ontstaat tegelijkertijd extra foerageergebied voor de vogels. Ook graaft Natuurmonumenten poelen en slenken en baggert sloten uit, waardoor het water beter kan doordringen in het rietland.
Drontermeer
De provincie Overijssel ontwikkelt aan het Drontermeer, als onderdeel van het project Ruimte voor de Rivier IJsseldelta, 43 hectare nieuw rietmoeras. Dit wordt toegevoegd aan het Natura 2000-gebied. De eerste 8 hectare hiervan zijn op dit moment in aanleg. Dat gebeurt door afgraven van het maaiveld en het aanbrengen van nieuwe rietplanten. Beheersing van het waterpeil zorgt voor optimale condities voor de rietgroei. Het nieuwe rietmoeras sluit aan op de ruim 300 hectare nieuwe natuur, die wordt ontwikkeld bij de aanleg van het Reevediep, de hoogwatergeul die in het kader van Ruimte voor de Rivier ten zuiden van Kampen wordt gerealiseerd.
Zowel aan het Zwarte Meer als aan het Drontermeer komt een vogelobservatiepunt, om bezoekers de gelegenheid te geven moerasvogels als blauwborst, baardmannetje, purperreiger, grote karekiet en misschien zelfs de zeer schuwe roerdomp te zien.
Verdroging
Het rietland in het Zwarte Meer is steeds minder geschikt geworden als broedgebied voor moerasvogels door verdroging en ophoping van organisch materiaal. Vergeleken bij vroeger is en nog maar heel weinig dynamiek in het waterpeil en overstroming van de oeverzones komt steeds minder voor. Daardoor hoopt allerlei organisch materiaal zich op tot een vervilte bovenlaag, waardoor het riet droog komt te staan. De oeverzone met waterriet is smaller geworden en er is steeds minder nat rietland. En dit zijn juist voorwaarden voor zeldzame soorten als roerdomp, purperreiger en grote karekiet om tot broeden te komen. Op basis van een eerder in het gebied uitgevoerd proefproject en door de combinatie met de aanleg van een nieuw rietmoeras aan het Drontermeer, verwachten Natuurmonumenten en de provincie Overijssel een snelle toename van de aantallen moerasvogels na uitvoering van de geplande maatregelen.
Kosten
Het leeuwendeel van het werk wordt uitgevoerd van halverwege 2015 tot eind 2018. De projecten in Zwarte Meer en Drontermeer moeten eind 2019 helemaal zijn afgerond. De totale kosten bedragen ruim 2,2 miljoen euro. Daarvan dekt de Life-subsidie de helft. Rijkswaterstaat, gemeente Kampen en Waterschap Groot Salland nemen een deel van de kosten voor hun rekening. Provincie Overijssel en Natuurmonumenten betalen als aanvragers een forse eigen bijdrage.